Augmented Reality (AR) is een technologische trend voor de toekomst, ook voor het onderwijs! Naar het Nederlands vertaald is AR: ‘’Toegevoegde Realiteit’’. Het woord toevoegen zegt voor een groot deel wat Augmented Reality eigenlijk is; er wordt een virtuele laag aan de echte wereld toegevoegd. Een vrije definitie zou kunnen zijn: ‘’Het real-time toevoegen van computer gegenereerde driedimensionale beelden aan de bestaande omgeving van de gebruiker’’. Het FEC past in twee verschillende vormen Augmented Reality toe in het onderwijs van de technische lerarenopleiding. Deze twee vormen zijn ‘Location based’ en ‘Marker based’.
Location based AR
Bij deze vorm van AR wordt er gebruik gemaakt van zogenaamde ‘Points of Interest’, ofwel ‘interessante punten’. Met een mobiele device zoals een smartphone kan in de omgeving van de gebruiker gezocht worden naar de punten die voor hem/haar interessant en relevant zijn. Een vereiste is daarbij dat het mobiele apparaat voorzien is van een videocamera, een GPS-module en digitaal kompas.
Een voorbeeld van deze vorm van AR kan zijn dat een student van de lerarenopleiding bouwkunde met behulp van de camera van zijn smartphone alle interessante gebouwen in zijn omgeving ziet, waarbij er virtuele informatie over de constructies van de gebouwen aan het videobeeld wordt toegevoegd. Zodoende krijgt de student dus via zijn smartphone, op locatie, virtuele informatie over echte gebouwen!
Marker based AR
Deze vorm van AR werkt aan de hand van beeldherkenning. Daarbij wordt er een ‘marker’ door een computer of mobiel apparaat herkend met behulp van een webcam of ingebouwde camera. Vervolgens koppelt specifieke software de marker aan een bepaald 3D object en plaatst dit object via het beeldscherm boven de marker. Door de marker vrij te bewegen, kan het object van alle kanten bekeken worden.